Jan Ulrich Wielhouwer
Jan Ulrich Wielhouwer is op 4 december 1712 geboren in noordoost Zwitserland in het plaatsje Wetzikon dat valt in de gemeenschap van Lommis (zie ook geschiedenis / woonplaatsen) in het district Munchwillen en het kanton Thurgau. Zijn ouders zijn Hans Adam Wellauer (01-05-1674) en Anna Hugentobler (1687). Zijn broer heette Conrad (Coenraath; 29-05-1720).
Klik hier voor een vergroting of bekijk de vertaling
Zijn naam werd op verschillende manieren gespeld: In de eerste Nederlandse archieven Hans Ulrig Willauir, later Jan Willauer, Jan Wellauer, Johannes Wielhouwer en Jan Wielhouwer. Jan Ulrich is twee keer getrouwd. Zijn eerste vrouw was Maria Schup. Met haar trouwde hij voor 1749. Zij kregen ten minste 5 kinderen.
Voor zover beschikbaar zijn in de rechterkolom de aktes opgenomen. Klik erop om een vergroting te zien.
- Magdalena (Helena)
- Johannes Johannes (vroeg overleden)

- Jacobus (voorvader van Willem van Dam)

- Johannes Jan

- Maria

Rond, of wellicht tijdens, de geboorte van Maria, in april 1757, overleed Maria Schup. Op 29 juli 1758 hertrouwde Jan Ulrich met Janna Bakkers. In de doopaktes is te zien wie de belangrijkste personen in het leven van Jan Ulrich waren. Bij de doop van Johannes in 1749 was Johannes Keller peetvader. Hij was een collega-gerechtsdienaar (zie hieronder). Johanna van Overbeek was de peetmoeder. Bij de doop van de tweede Johannes was Jurjen Veer peetvader en Madalena Wielhouwer peetmoeder. Bij de doop in 1752 van Jacobus was Jan Roest peetvader. In 1755, bij de doop van Maria, waren Coenraath Wielhouwer en Helena Wielhouwer (de oudere zus van de dopeling) peetvader en peetmoeder.
Het oudste tot dusver (juli 2006) gevonden document dateert uit 12 januari 1742 in het “Resolutieboek van Wouw” (vertaald door Johan Karels). Daarin wordt Jan Ulrich benoemd tot “gerechtsdienaar” (veldwachter) in het dorp Wouw in Noord-Brabant (nu onderdeel van Roosendaal). Hij is de opvolger van Rudolf Wijstant. Als veldwachter duikt hij de decennia erna veelvuldig in de stukken op. Zo blijkt hij op 24 augustus 1750 en en 13 december 1752 een nieuw uniform nodig te hebben. In een doopakte uit 1757 wordt hij “vorster” (een soort boswachter) genoemd voor de regio Moerstaten. Een vorster werd benoemd door een publiek lichaam om bossen, velden, gemeentelijke gronden in de gaten te houden, misbruik vast te stellen en te rapporteren en om orde te houden. Hij was in die functie ook deurwaarder.
Tussen 1751 en 1758 was Jan Ulrich betrokken bij een aantal meningsverschillen inzake zijn werk. Daarbij waren onder meer betrokken de politiecommissaris, Stuerman, burgermeester A. de Groot en zijn collega Jan (of Andries) Banthauser. Op 25 mei 1751 werd Jan Ulrich ontslagen en vervangen door Banthauser. In oktober 1751 werd commissaris Stuerman verplicht (door wie is niet duidelijk) om een goede reden voor het ontslag te geven. Waarschijnlijk was hij daartoe niet in staat, want kort daarna was Jan Ulrich weer in actieve dienst, nu niet als gerechtsdienaar maar als vorster. Op 30 december werd hij echter opnieuw ontslagen en opnieuw kwam Banthauser in zijn plaats.
Deze geschiedenis herhaalde zich, inclusief gerechtelijk uitspraken, in de periode 1752-1756 meermalen. Uiteindelijk, op 10 maart 1758 werd bevolen dat Jan Ulrich benoemd zou worden tot nachtwaker voor een jaarsalaris van 95,= gulden, met elke twee jaar een nieuw uniform. Jan Ulrich Wielhouwer is op 12 november 1766 overleden. Op dat moment had hij twee minderjarige kinderen (dus Maria is waarschijnlijk jong overleden), namelijk Jacobus en Jan. Gerechtsdienaar Jan van Soelen werd daarom als voogd aangesteld. In het Testament van Jan Ulrich Wielhouwer is meer hierover te lezen. Tevens is daarin een indrukwekkende inventarislijst te zien.
Met bijdragen van: Peter W. Wielhouwer, Van Agteren